filoloog - Zelfstandignaamwoord
1. (wetenschap), (beroep) iemand die zich specialiseert in de studie van de taal en de cultuur van een mensengemeenschap
Woordherkomst
Van het Griekse Φιλος, philos: "liefde" met het achtervoegsel -loog
Synoniemen
taalkundige, taalgeleerde, taalvriend
Verwante begrippen
filologie, cultuurhistoricus, oudheidkundige
Gepubliceerd op 14-11-2017
filoloog
betekenis & definitie