Gepubliceerd op 14-11-2017

fantasieloos

betekenis & definitie

fantasieloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder fantasie, zonder voorstellingsvermogen
De fantasieloze boekhouder deed niet aan creatief boekhouden.
De fantasieloze ouders kunnen hun fantasievolle kind niet begrijpen.

Woordherkomst
afgeleid van fantasie met het achtervoegsel -loos

Synoniemen
slaafs, saai