faillissement - Zelfstandignaamwoord
1. (juridisch) de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen
♢ Door het faillissement van de behanger kon zijn huis niet op tijd afgewerkt worden.
2. (juridisch) een in de wet geregelde procedure voor een persoon of onderneming die niet (meer) in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen
♢ Toen de crisis toegeslagen had bij de luchtvaartmaatschappij, was het faillissement onvermijdelijk geworden.
Woordherkomst
In het Nederlands gevormd van het Franse faillir (falen, failliet gaan) of faillite (failliet) met het achtervoegsel -ment (dat in het Nederlands als bastaardmorfeem gebruikt wordt)
Synoniemen
[1] bankroet, deconfiture
[2] (Belgisch-Nederlands) faling
Verwante begrippen
failliet, failleren, gefailleerde
Gepubliceerd op 14-11-2017
faillissement
betekenis & definitie