fabriek - Zelfstandignaamwoord
1. plaats waar op industriële schaal productie bedreven wordt
♢ De arbeiders gingen iedere ochtend naar de fabriek om daar te werken.
fabriek - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabrieken
♢ Ik fabriek
2. gebiedende wijs van fabrieken
♢ fabriek!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabrieken
♢ fabriek je?
Verwante begrippen
fabriceren
Gepubliceerd op 14-11-2017
fabriek
betekenis & definitie