Gepubliceerd op 14-11-2017

ezelsoor

betekenis & definitie

ezelsoor - Zelfstandignaamwoord
1. omgevouwen hoek van een bladzijde
Hij heeft een ezelsoor gevouwen als herinnering bij de pagina waar hij was met lezen.
Met leren banden worden de kaften nu beschermd. ,,De boeken waar een wit briefje uitsteekt moeten nog gerepareerd worden, nog 556 stuks'' vertelt Rosenberg, druk rondlopend van kast naar kast. Ezelsoren gladstrijken doet het personeel van de bibliotheek zelf. De ingewikkelde reparaties worden uitbesteed aan een atelier.
2. een dom persoon, domoor
3. oor van een ezel
4. (Stachys byzantina) een grijs groene plantensoort

Woordherkomst
samenstelling van ezel en oor met het invoegsel -s-