excuseren - Werkwoord
1. (ov) een verontschuldiging (excuus) uiten
♢ Hij excuseerde het gebrek aan gegevens met een verwijzing naar de problemen die de expeditie had ondervonden.
2. (refl) zich ~ om begrip vragen voor zijn -gewoonlijk onbedoelde of opgelegde- gedrag
♢ Hij excuseerde zich dat hij vroeg vertrekken moest.
3. (ov) afzien van aanmerkingen of straf
♢ Hij besloot de afwezigheid van de studenten te excuseren vanwege het slechte weer.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse excuser (met het achtervoegsel -eren)
Synoniemen
verontschuldigen, verschonen
Gepubliceerd op 14-11-2017
excuseren
betekenis & definitie