-erwijs - Achtervoegsel
1. vormt een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord uit een deelwoord of een bijvoeglijk naamwoord dat een manier aangeeft waarop een handeling plaatsheeft
♢ Van het deelwoord "schertsend" kan met het achtervoegsel -erwijs het bijwoord "schertsenderwijs" gevormd worden.
Woordherkomst
Ontstaan uit wijs (of oorspronkelijk wijze) en de buigingsuitgang -er voor de genitief vrouwelijk van een bijvoeglijk naamwoord
Synoniemen
-erwijze
Gepubliceerd op 30-10-2017
-erwijs
betekenis & definitie