equator - Zelfstandignaamwoord
1. (aardrijkskunde), (landmeetkunde) de denkbeeldige scheidslijn tussen het noordelijk en zuidelijk halfrond op aarde of op de hemelglobe
♢ Het vlak van de equator staat haaks op de aardas, midden tussen de polen. en strekt zich uit tot aan de hemelglobe.
2. (biologie), (anatomie) de grens van het tandvlees
♢ De prothetische equator van de afzonderlijke tanden.
Woordherkomst
Van het Latijnse "aequare" (gelijkmaken, evenaren) met het achtervoegsel -ator
Synoniemen
evenaar, evennachtslijn, linie
Verwante begrippen
aardas, breedte, breedtecirkel, grootcirkel, hemelglobe, keerkring, meridiaan, noorderbreedte, noordpool, nulmeridiaan, parallelcirkel, poolcirkel, zuiderbreedte, zuidpool
Gepubliceerd op 14-11-2017
equator
betekenis & definitie