Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie O
- onaangepasters
- onaangepasts
- onaangepastst
- onaangepastste
- onaangeroerd
- onaangeroerde
- onaangeroerds
- onaangetast
- onaangetaste
- onaangetasts
- onaannemelijk
- onaannemelijke
- onaannemelijker
- onaannemelijkere
- onaannemelijkers
- onaannemelijks
- onaannemelijkst
- onaannemelijkste
- onaanraakbaar
- onaanraakbaarder
- onaanraakbaardere
- onaanraakbaarders
- onaanraakbaars
- onaanraakbaarst
- onaanraakbaarste
- onaanraakbare
- onaanspreekbaarder
- onaanspreekbaardere
- onaanspreekbaarders
- onaanspreekbaars
- onaanspreekbaarst
- onaanspreekbaarste
- onaanspreekbare
- onaantastbaar
- onaantastbaarder
- onaantastbaardere
- onaantastbaarders
- onaantastbaars
- onaantastbaarst
- onaantastbaarste
- onaantastbare
- onaantrekkelijk
- onaantrekkelijke
- onaantrekkelijker
- onaantrekkelijkere
- onaantrekkelijkers
- onaantrekkelijks
- onaantrekkelijkst
- onaantrekkelijkste
- onaanvaardbaar
- onaanvaardbaarder
- onaanvaardbaardere
- onaanvaardbaarders
- onaanvaardbaars
- onaanvaardbaarst
- onaanvaardbaarste
- onaanvaardbare
- onaardig
- onaardige
- onaardiger
- onaardigere
- onaardigers
- onaardigs
- onaardigst
- onaardigste
- onacceptabel
- onacceptabele
- onacceptabeler
- onacceptabelers
- onacceptabels
- onacceptabelst
- onacceptabelste
- onachtzaam
- onachtzaamheden
- onachtzaamheid
- onachtzaams
- onachtzaamst
- onachtzaamste
- onachtzame
- onachtzamer
- onachtzamere
- onachtzamers
- onaf
- onaffe
- onaffer
- onaffere
- onaffers
- onafgebroken
- onafhankelijk
- onafhankelijke
- onafhankelijker
- onafhankelijkere
- onafhankelijkers
- onafhankelijkheden
- onafhankelijkheid
- onafhankelijkheidsdag
- onafhankelijkheidsdagen
- onafhankelijkheidsstrijd
- onafhankelijks
- onafhankelijkst
