Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie M
- machtigen
- machtigend
- machtiger
- machtigere
- machtigers
- machtiging
- machtigingen
- machtigingetje
- machtigingetjes
- machtigs
- machtigst
- machtigste
- machtigt
- machtje
- machtjes
- machtlijn
- machtlijnen
- machtlijntje
- machtlijntjes
- machtsbehoud
- machtsbelust
- machtsbeluste
- machtsbeluster
- machtsbelustere
- machtsbelusters
- machtsbelusts
- machtsbelustst
- machtsbelustste
- machtsblok
- machtsblokje
- machtsblokken
- machtscenakel
- machtscenakels
- machtscenakeltje
- machtscenakeltjes
- machtsevenwicht
- machtsgreep
- machtsgrepen
- machtshonger
- machtsmiddel
- machtsmiddelen
- machtsmisbruik
- machtsovername
- machtsovernamen
- machtspolitiek
- machtspositie
- machtsposities
- machtspositietje
- machtspositietjes
- machtsstrijd
- machtsstrijden
- machtsstrijdje
- machtsstrijdjes
- machtsverheffen
- machtsverheffend
- machtsverheffing
- machtsverheffingen
- machtsvertonen
- machtsvertoon
- machtswellust
- machtswellusteling
- machtswellustelingen
- machtswellusten
- machtwoord
- machtwoorden
- machzer
- machzor
- machzorem
- machzoriem
- Mackaymeer
- macramé
- macramee
- macrameede
- macrameeden
- macrameeën
- macrameeënd
- macrameet
- macro
- macro-economie
- macro-economieën
- macro-economisch
- macro-economische
- macro-economischer
- macro-economischere
- macro-economischers
- macro-objectief
- macro-objectieven
- macro-organisme
- macro-organismen
- macro-organismes
- macro-organismetje
- macro-organismetjes
- macro's
- macrobiotisch
- macrobiotische
- macrobiotischer
- macrobiotischere
- macrobiotischers
- macrofaag
- macrofagen
