Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie F
- fijnkauwend
- fijnkauwt
- fijnkneep
- fijnknepen
- fijnknijp
- fijnknijpen
- fijnknijpen/vervoeging
- fijnknijpt
- fijnknip
- fijnknippen
- fijnknippend
- fijnknipt
- fijnknipte
- fijnknipten
- fijnmaak
- fijnmaakt
- fijnmaakte
- fijnmaakten
- fijnmaal
- fijnmaalde
- fijnmaalden
- fijnmaalt
- fijnmaken
- fijnmakend
- fijnmalen
- fijnmalend
- fijnmazig
- fijnmazige
- fijnmaziger
- fijnmazigere
- fijnmazigers
- fijnmazigs
- fijnmazigst
- fijnmazigste
- fijnproever
- fijnproevers
- fijnproevertje
- fijnproevertjes
- fijns
- fijnscheur
- fijnscheurde
- fijnscheurden
- fijnscheuren
- fijnscheurend
- fijnsla
- fijnslaan
- fijnslaand
- fijnslaat
- fijnsloeg
- fijnsloegen
- fijnsneden
- fijnsneed
- fijnsnij
- fijnsnijd
- fijnsnijden
- fijnsnijdend
- fijnsnijdt
- fijnst
- fijnstamp
- fijnstampen
- fijnstampend
- fijnstampt
- fijnstampte
- fijnstampten
- fijnste
- fijnstructuurconstante
- fijntjes
- fijntrap
- fijntrappen
- fijntrappend
- fijntrapt
- fijntrapte
- fijntrapten
- fijnwreef
- fijnwreven
- fijnwrijf
- fijnwrijft
- fijnwrijven
- fijnwrijvend
- fijnzinnig
- fijnzinniger
- fijnzinnigere
- fijnzinnigers
- fijnzinnigs
- fijnzinnigst
- fijnzinnigste
- fik
- fikje
- fikjes
- fikken
- fikkend
- fikkie
- fikkies
- fiks
- fikse
- fiksen
- fiksend
- fiksere
- fiksers
- fikst
