Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie D
- duster
- dusver
- dusverre
- dut
- dut in
- dutje
- dutjes
- duts
- dutsachtig
- dutsachtige
- dutsachtiger
- dutsachtigere
- dutsachtigers
- dutsachtigs
- dutsachtigst
- dutsachtigste
- dutsen
- dutsje
- dutsjes
- dutte
- dutte in
- dutten
- dutten in
- duttend
- duur
- duurbaar
- duurbaarder
- duurbaarders
- duurbaars
- duurbaarst
- duurbaarste
- duurbare
- duurde
- duurden
- duurder
- duurdere
- duurders
- duurloop
- duurloopje
- duurloopjes
- duurlopen
- duurs
- duurst
- duurste
- duurt
- duurte
- duurten
- duurtes
- duurzaam
- duurzaamheid
- duurzaamheidsbeleid
- duurzaamheidsbeleidje
- duurzaamheidsbeleidjes
- duurzaams
- duurzaamst
- duurzaamste
- duurzame
- duurzamer
- duurzamere
- duurzamers
- duvel
- duvelde
- duvelden
- duvelen
- duvelen/vervoeging
- duvels
- duvelse
- duvelser
- duvelsere
- duvelsers
- duvelst
- duvelste
- duvelstoejager
- duvelstoejagers
- duvelstoejagertje
- duvelstoejagertjes
- duvelt
- duveltje
- duveltjes
- duw
- duw aan
- duw af
- duwbak
- duwbakken
- duwboot
- duwbootje
- duwbootjes
- duwboten
- duwde
- duwde aan
- duwde af
- duwden
- duwden aan
- duwden af
- duwen
- duwen aan
- duwen af
- duwend
- duwt
- duwt aan
