Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanzuur
- aanzuurde
- aanzuurden
- aanzuurt
- aanzweet
- aanzweette
- aanzweetten
- aanzwel
- aanzwellen
- aanzwellend
- aanzwengel
- aanzwengelde
- aanzwengelden
- aanzwengelen
- aanzwengelend
- aanzwengelt
- aanzweten
- aanzwetend
- aanzwol
- aanzwollen
- aap
- aap na
- aap-noot-miesplankje
- aap-noot-miesplankjes
- aapachtig
- aapachtige
- aapachtiger
- aapachtigere
- aapachtigers
- aapachtigs
- aapachtigst
- aapachtigste
- aapje
- aapjes
- aapjeskoetsier
- aapjeskoetsiers
- aapjesorchis
- aapjesorchisje
- aapjesorchisjes
- aapjesorchissen
- aapmens
- aapmensen
- aapmensje
- aapmensjes
- aapt na
- aapten na
- aar
- aard
- aard aan
- aardachtig
- aardachtige
- aardachtiger
- aardachtigere
- aardachtigers
- aardachtigs
- aardachtigst
- aardachtigste
- aardaker
- aardakers
- aardakertje
- aardakertjes
- aardalkalimetaal
- aardalkalimetalen
- aardamandel
- aardamandelen
- aardamandels
- aardamandeltje
- aardamandeltjes
- aardantenne
- aardantennen
- aardantennes
- aardantennetje
- aardantennetjes
- aardappel
- aardappelboer
- aardappelboeren
- aardappelboertje
- aardappelboertjes
- aardappelbuik
- aardappelbuiken
- aardappelbuikje
- aardappelbuikjes
- aardappelcampagne
- aardappelcampagnes
- aardappelen
- aardappeleters
- aardappeletertje
- aardappeletertjes
- aardappelkever
- aardappelkevers
- aardappelkevertje
- aardappelkevertjes
- aardappelkroket
- aardappelkroketje
- aardappelkroketjes
- aardappelkroketten
- aardappelloof
- aardappelmeel
- aardappelmesje
- aardappelmesjes
