Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- appelboom
- appelboompje
- appelboompjes
- appelboor
- appelboortje
- appelboortjes
- appelboren
- appelen
- appelfiguren
- appelfiguur
- appelfiguurtje
- appelfiguurtjes
- appelflap
- appelflapje
- appelflapjes
- appelflappen
- appelflauwte
- appelflauwtes
- appelkoosziekte
- appellant
- appellanten
- appellatie
- appellatief
- appellatiefje
- appellatiefjes
- appellaties
- appellatieven
- appelleer
- appelleerde
- appelleerden
- appelleert
- appelleren
- appellerend
- appelmoes
- appelpannenkoek
- appelpannenkoeken
- appelpannenkoekje
- appelpannenkoekjes
- appelrond
- appelronde
- appels
- appelsap
- appelsapje
- appelsapjes
- appelsappen
- appelsien
- appelsienen
- appelsienenhandelaar
- appelsienenhandelaartje
- appelsienenhandelaartjes
- appelsienenhandelaren
- appelsientje
- appelsientjes
- appelsmort
- appelspijs
- appelspijzen
- appelstroop
- appelstropen
- appeltaart
- appeltaarten
- appeltaartje
- appeltaartjes
- appeltje
- appeltjes
- appelvormig
- appelvormige
- appelvormiger
- appelvormigere
- appelvormigers
- appelvormigs
- appelvormigst
- appelvormigste
- appelwijf
- appelwijfje
- appelwijfjes
- appelwijn
- appelwijnen
- appelwijven
- appen
- append
- appendage
- appendages
- appendices
- appendicitis
- appendicitissen
- appendix
- appendixje
- appendixjes
- appetijt
- appetijtelijk
- appetijtelijke
- appetijtelijker
- appetijtelijkere
- appetijtelijkers
- appetijtelijks
- appetijtelijkst
- appetijtelijkste
- appetijten
- appetijtje
- appetijtjes