Gepubliceerd op 30-10-2017

-enaar

betekenis & definitie

-enaar - Achtervoegsel
1. iemand die de handeling verricht van het genoemde woord
Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van woorden maar niet bij woorden die eindigen op een stomme e (sjwa) en een l, n of r.
Kunst → kunstenaar.
Tol → tollenaar.
Bult → bultenaar.
Moord → moordenaar.
2. bewoner van de genoemde stad, dorp, streek, etc
Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden van geografische eigennamen maar niet bij woorden die eindigen op een stomme e (sjwa) en een l of n.
Gent → Gentenaar.
Zwolle → Zwollenaar.
Den Bosch → Bosschenaar.

Woordherkomst
Afgeleid van -en- met het achtervoegsel -aar

Synoniemen
[1] -aar