Gepubliceerd op 14-11-2017

elpee

betekenis & definitie

elpee - Zelfstandignaamwoord
1. grammofoonplaat met doorsede van 30 cm, een speelduur van maximaal 30 minuten aan één zijde, die afgespeeld wordt met een snelheid van 33 1/3 toeren per minuut
Op YouTube postte Ralph Rousseau al eens een heel programma voor gamba solo dat zonder editing was opgenomen in een Utrechts Franciscaner klooster. „Toen wist ik: dit is wat ik wil. Door op te nemen in één ruk krijg je muziek die ademt. Toen ik dat besprak met mijn geluidsman, zei hij: dan moet je op elpee opnemen. Een elpee moet analoog, in één take worden opgenomen en klinkt daardoor natuurlijk en direct.” Lachend: „Een mevrouw uit mijn straat zei: ‘Als ik je plaat draai, is het net alsof je bij me in de kamer zit te spelen.’”
Met de dood van Toots bevond ik me zomaar weer in de Vendet. In die 'supermarktformule van de V&D' kocht ik in de jaren zeventig een elpee van 'Jean Toots Thielemans', een naam die ik enkel kende van Willem - 'Mijn goede vriend' - Duys. Geen idee waarom; ik was van de gitaar. Misschien omdat-ie maar 5 gulden kostte. Thuis was ik verkocht.

Woordherkomst
afgeleid van de afkorting LP

Synoniemen
muziekalbum, vinylalbum

Antoniemen
single