eindig - Bijvoeglijk naamwoord
1. een einde hebbende
♢ in de reële wereld is alles eindig
eindig - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eindigen
♢ Ik eindig
2. gebiedende wijs van eindigen
♢ eindig!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eindigen
♢ eindig je?
Woordherkomst
afgeleid van einde met het achtervoegsel -ig
Antoniemen
oneindig
Verwante begrippen
begrensd, beperkt
Gepubliceerd op 14-11-2017
eindig
betekenis & definitie