duldeloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet te dulden, niet te verdragen
♢ De terminale patiënt had een duldeloos lijden en vroeg dan ook om euthanasie.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van dulden met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-
Synoniemen
hemeltergend, ondragelijk
Gepubliceerd op 13-11-2017
duldeloos
betekenis & definitie