drukte - Zelfstandignaamwoord
1. het hebben van veel activiteit van verkeer, mensen
♢ Het was me daar een drukte!
2. veel dingen te doen hebben, het druk zijn
♢ Met de drukte van vandaag de dag lijk je nergens meer aan toe te komen.
drukte - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van drukken
♢Ik drukte
♢Jij drukte
♢Hij, zij, het drukte
Woordherkomst
Afgeleid van druk met het achtervoegsel -te.
Synoniemen
hectiek
Gepubliceerd op 13-11-2017
drukte
betekenis & definitie