drost - Zelfstandignaamwoord
1. (geschiedenis) (juridisch) (beroep) historische titel, aanklager in dienst van landheer
drost - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drossen
♢ Jij drost
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drossen
♢ Hij drost
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van drossen
♢ drost!
Woordherkomst
Een verkorting van drossaard.
Gepubliceerd op 13-11-2017
drost
betekenis & definitie