drommel - Zelfstandignaamwoord
1. duivel
2. beklagenswaardig persoon
3. uitroep van boze verontwaardiging
drommel - Bijvoeglijk naamwoord
1. duivels
♢ Vorige week zagen en hoorden we SP-wethouder Laurens Ivens zijn eigen beleid prijzen inzake Airbnb. Hij had na maandenlange bikkelharde onderhandelingen een knap akkoord gesloten met die drommelse zakenlieden van Airbnb, waar ze in Amerika nog lang van zouden wakker liggen. „Het is goed voor Amsterdammers en goed voor de toeristen”, aldus Ivens, „Airbnb is nu een wapen in de strijd tegen illegale verhuur. Steden in Europa keken uit naar zo’n overeenkomst.” }}
drommel - Bijwoord
1. als versterking van wat volgt
♢ Jij weet drommels goed wat hier de regels zijn.
Woordherkomst
beklagenswaardig persoon, sukkelaar
Synoniemen
[2] sukkelaar, stakker, stumper
[3] verduiveld, allemachtig, morbleu
Gepubliceerd op 13-11-2017
drommel
betekenis & definitie