drogist - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) detaillist die allerlei artikelen voor lichaamsverzorging verkoopt in zijn drogisterij
♢ Bij de drogist stond ik wat onschuldige zalfjes en pleisters te zoeken, toen ik rechts van mij een vrouw tegen een man hoorde zeggen: „Hé, inlegkruisjes voor mannen, ik wist niet dat die bestonden.”
Woordherkomst
afgeleid van het Middelnederlandse 'droghe' met het achtervoegsel -ist
Gepubliceerd op 13-11-2017
drogist
betekenis & definitie