Gepubliceerd op 13-11-2017

droger

betekenis & definitie

droger - Zelfstandignaamwoord
1. een toestel dat natte voorwerpen, bijvoorbeeld wasgoed droogmaakt
Gooi dat natte goed maar in de droger!

droger - Bijvoeglijk naamwoord
1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van droog

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van drogen met het achtervoegsel -er