draven - Werkwoord
1. (van paarden) in draf gaan
♢ - Ratelend kwam een boerenwagen beladen met melkbussen aanrijden, een stevig dravende hit ervoor.
2. hard lopen
♢ - Ben goede vrienden met de dorpshonden.. Ze draven achter mij aan als ratten of rotjongens achter de Rattenvanger van Hamelen. De inboorlingen beantwoorden mijn 'Goede morgen' en `Goede middag' — ik sta nu bekend als de vaste gast op het kasteel.
Verwante begrippen
dribbelen
Gepubliceerd op 13-11-2017
draven
betekenis & definitie