draagbaar - Zelfstandignaamwoord
1. een baar waarop iets gedragen kan worden
♢ Omdat hij bewusteloos was geraakt werd hij op de draagbaar gelegd.
draagbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. te dragen, met de mogelijkheid gedragen te worden
♢ Die stoel kan je wel vast buiten zetten, die is goed draagbaar.
2. emotioneel te verdragen
♢ Na een half jaar werd het verlies toch draagbaar.
♢ Na een half jaar werd het verlies toch wat draagbaarder.
Woordherkomst
[zelfstandig naamwoord] Samenstelling van draag en baar.
[bijvoeglijk naamwoord] Naamwoord van handeling van dragen met het achtervoegsel -baar
Synoniemen
brancard
Gepubliceerd op 13-11-2017
draagbaar
betekenis & definitie