draadloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. waarbij geen draden nodig zijn voor de overdracht van een signaal
♢ Ik ben blij met mijn draadloze muis.
Woordherkomst
Afgeleid van draad met het achtervoegsel -loos.
Gepubliceerd op 13-11-2017
draadloos
betekenis & definitie