dorpsbewoner - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die in een dorp woont
♢ In 2006 was 15 procent van de Nederlanders negatief over homo- en biseksualiteit, aldus het SCP-rapport, en vorig jaar was dat verder gedaald tot 7 procent. Ook in kringen die doorgaans minder blijmoedig over homoseksuelen denken, zoals wekelijkse kerkgangers, mannen, ouderen, dorpsbewoners en stemmers op christelijke partijen, wordt minder negatief geoordeeld.
Woordherkomst
samenstelling van dorp en bewoner met het invoegsel -s-
Synoniemen
dorpeling, dorpelinge, dorper, plattelander
Gepubliceerd op 13-11-2017
dorpsbewoner
betekenis & definitie