doorheen - Bijwoord
1. prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord: geheel door
2. : erdoorheen: Hij was er nog niet geheel doorheen, toen het fluitsignaal klonk.
doorheen - Voorzetsel
(scheidbaar)
1. geheel door
♢ In een oud warenhuis loop je doorheen de geschiedenis van het beeldverhaal in Belgie<ref>blz. 205, Wonen & leven in Brussel, van Piet Swimberghe, Jan Verlinde
Gepubliceerd op 13-11-2017
doorheen
betekenis & definitie