doodlachen - Werkwoord
1. (figuurlijk) heel erg hard moeten lachen
♢ Bij het codicil zat een brief van wijlen prof. De Wilde, die schreef dat er grote behoefte was aan lijken, vooral van jonge mensen. In het slot van de brief wenste hij me nog een lang en gezond leven toe. Zijn humor trof me en ik kreeg de slappe lach, het tegendeel van lijkenstijfheid. Zijn krijgslist was dat ik me met zijn brief in de hand zou doodlachen. Maar na mijn overlijden zou ik - in een bolide met zwart vlaggetje - afgeleverd worden bij de snijzaal, als er dan een lijkentekort zou zijn.
♢ De verwaarlozing van de menswetenschappen zal Nederland duur komen te staan, meent Thomas von der Dunk. Welnee, zegt Bert Brussen. Elke Chinees zal zich doodlachen als hij hoort dat Nederlanders onderzoek hebben gedaan naar de hufterigheid van vleeseters
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van lachen met het voorvoegsel dood-
Gepubliceerd op 13-11-2017
doodlachen
betekenis & definitie