donderdags - Bijvoeglijk naamwoord
1. (tijdrekening) op de donderdag betrekking hebbend
♢ Lekker onbezorgd een donderdags terrasje doen in Leuven!
donderdags - Bijwoord
1. (tijdrekening) op donderdagen
♢ We gaan donderdags meestal winkelen.
Woordherkomst
Afgeleid van donderdag met het achtervoegsel -s
Synoniemen
's donderdags
Gepubliceerd op 13-11-2017
donderdags
betekenis & definitie