dodijnen - Werkwoord
1. (ov) (een kind) zacht wiegen en in slaap zingen
♢ De moeder kuste haar huilende kind en dodijnde haar oogappel tot hij zoetjes sliep.
2. (inerg) (verouderd) knikkebollen
♢ Eens zat de bejaarde man te dodijnen in zijn luie stoel.
Woordherkomst
Ontleend aan het Franse dodiner, dat als klankschildering gevormd is. In de Franse kindertaal betekent dodo "slaap" of "bed".
Synoniemen
[1] wiegen, wiegelen
[2] knikkebollen
Gepubliceerd op 13-11-2017
dodijnen
betekenis & definitie