Gepubliceerd op 13-11-2017

disponeren

betekenis & definitie

disponeren - Werkwoord
1. beschikken over
...doch dat hy niet voor by kan, zyne bevreemding te kennen te geeven, dat men hier op de enkele aanvraag van ondergeschikte lieden over zulk eene aanmerkelyke somme uit 's Lands Casse disponeerde.
2. regelen, beschikken
Tevens disponeerde zij, dat haar goederen na haar dood onder haar kinderen deelbaar zouden zijn.
3. gebruik maken van iets, toepassen
Dit orgel heeft 7 slepen, terwijl Meijer op het Alblasserdamse orgel 8 stemmen disponeerde.
4. geld opnemen
Uit dat onderzoek bleek, dat de X gemiddeld één maal per zes weken een grootbedrag disponeerde.
5. een vordering innen
6. aanleiding geven, de neiging doen ontstaan
Het is zeer wel mogelijk, dat buitenkerkelijkheid meer dan kerkelijkheid tot de gang naar de prostituée disponeerde.

Woordherkomst
afgeleid van het Latijnse 'ponere' (plaatsen) met het voorvoegsel dis- of misschien van het Franse disposer (met het achtervoegsel -eren)