Gepubliceerd op 13-11-2017

dikte

betekenis & definitie

dikte - Zelfstandignaamwoord
1. (voeding) (kookkunst) dikheid, zwaarlijvigheid
2. (techniek) mate waarin iets een grote dwarsdoorsnede heeft
de dikte van die balk is 25 centimeter
3. (natuurkunde) (scheikunde) dichtheid, consistentie, de dikte van die olie is groot
4. zwelling
de dikte van mijn enkel is verontrustend

dikte - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van dikken
♢Ik dikte
♢Jij dikte
♢Hij, zij, het dikte

Woordherkomst
afgeleid van dik met het achtervoegsel -te