Gepubliceerd op 13-11-2017

dierachtig

betekenis & definitie

dierachtig - Bijvoeglijk naamwoord
1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van een dier
Zij had die handen kunnen zoenen, zij verliefde in eens op dien vorm van vingers, op die bruine tijgerkracht van palm; zij verliefde in eens op geheel het jonge wilde-dierachtig, dat als een geur van mannelijkheid wademde uit geheel dien jongen. (Uit: de Stille Kracht van Louis Couperus)

Woordherkomst
afgeleid van dier met het achtervoegsel -achtig

Synoniemen
onmenselijk, dierlijk