dezer - Aanwijzend voornaamwoord
1. (verouderd) genitief en datief (f) van deze
♢ En zal het u niet grootelijks verkorten in naam en eere, dat gij, zulk eene treffelijke en bevoorrechte dochter van Pallas, de spere der kracht en der kennis richt tegen de borst dezer uitnemende moeder, en haar zelve verwondt en den hartaar afsteekt?"<ref>Eene herinnering aan eene beroemde vrouw<br>Bosboom-Toussaint</ref>
2. genitief meervoud van deze
♢ Hij zal daar een dezer dagen wel naar terugkeren.
Gepubliceerd op 13-11-2017
dezer
betekenis & definitie