Gepubliceerd op 03-10-2017

deugt

betekenis & definitie

deugt - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deugen
    * Ik deugt
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deugen
    * deugt!
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van deugen
    * deugt je?
    ♢ Als je nergens voor deugt, kun je altijd nog jihadist worden