Gepubliceerd op 03-10-2017

del

betekenis & definitie

del - Zelfstandignaamwoord
1. (scheldwoord) ordinaire vrouw, onkuise vrouw, een meisje van lichte zeden
    ♢ Wat een del van een buurvrouw heb jij!
2. een kleine komvormige laagte of kuil, een duinvallei

Verwante begrippen
[1] slons, slet