Gepubliceerd op 03-10-2017

debiel

betekenis & definitie

debiel - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd) iemand die licht zwakzinnig is
    ♢ Vroeger werd iemand met een IQ tussen 50 en 75 bestempeld als een debiel.
2. (beledigend) bespottelijk iemand
    ♢ Die debiel maakt zichzelf belachelijk door te denken dat hij grappig is.
debiel - Bijvoeglijk naamwoord
1. (verouderd) in lichte mate zwakzinnig
    ♢ Een debiel iemand zou die mop minder snel of niet doorhebben.
2. (beledigend) bespottelijk
    ♢ Die kerel is echt debiel als hij denkt dat hij dat kan.