dakloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder onderkomen of onderdak zijnde
♢ - De dakloze alcoholist klopte aan bij het Leger des Heils
♢ - Na de aardbeving waren duizenden mensen dakloos.
Woordherkomst
afgeleid van dak met het achtervoegsel -loos
Gepubliceerd op 03-10-2017
dakloos
betekenis & definitie