daartoe - Voornaamwoordelijk bijwoord
(scheidbaar)
1. aanwijzend veraf: *tot+dat, tot+die:
♢ Hij behoort daartoe.
♢ Hij behoort daar niet toe.
2. met dat doel, daarom
♢ Hij wilde meer gelijkheid van inkomen en daartoe diende hij een wetsvoorstel in dat een basisinkomen zou invoeren.
3. onder dwang van het volgende het eerste doen
♢ Ik doe dit alleen maar als ik daartoe gedwongen word door de rechter.
Woordherkomst
samenstelling van daar en toe
Gepubliceerd op 03-10-2017
daartoe
betekenis & definitie