daagden op

betekenis & definitie

daagden op - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van opdagen|daagden (…) op
    *Wij daagden op
    *Jullie daagden op
    *Zij daagden op

Woordherkomst
uit daagden (werkwoord) en op(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan