cruise - Zelfstandignaamwoord
1. verlofreis met een luxe zeeschip
♢ De winnaar wint een cruise voor twee personen in de Caraïben.
cruise - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cruisen|4=a
* Ik cruise
2. gebiedende wijs van cruisen|4=a
* cruise!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cruisen|4=a
* cruise je?
Gepubliceerd op 03-10-2017
cruise
betekenis & definitie