Gepubliceerd op 13-11-2017

compromisloos

betekenis & definitie

compromisloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder compromis
Met de compromisloze president viel niet te onderhandelen.

Woordherkomst
afgeleid van compromis met het achtervoegsel -loos

Synoniemen
keihard, onbuigzaam, streng, onvermurwbaar