Gepubliceerd op 13-11-2017

complexloos

betekenis & definitie

complexloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder emotionele of geetelijk last van de krijgen
Het overlijden van haar ouders is complexloos verlopen.
2. onbevangen, eenvoudig, gemakkelijk, probleemloos
Hij was een complexloze man.

Woordherkomst
afgeleid van complex met het achtervoegsel -loos