complexloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder emotionele of geetelijk last van de krijgen
♢ Het overlijden van haar ouders is complexloos verlopen.
2. onbevangen, eenvoudig, gemakkelijk, probleemloos
♢ Hij was een complexloze man.
Woordherkomst
afgeleid van complex met het achtervoegsel -loos
Gepubliceerd op 13-11-2017
complexloos
betekenis & definitie