commercieel - Bijvoeglijk naamwoord
1. (handel) zakelijk, handels-
♢ Hoewl de critici het maar een flut boek vonden was zijn nieuwe roman toch een groot commercieel succes.
2. (handel) belust op winstbejag
♢ De idealistische professor wilde de wereld redden met zijn uitvindingen, maar de commerciële jongens van de universiteit zagen grote zakelijke mogelijkheden.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse commercial (met het voorvoegsel com- en met het achtervoegsel -eel)
Gepubliceerd op 13-11-2017
commercieel
betekenis & definitie