clean - Bijvoeglijk naamwoord
1. modern, strak
♢ Hij werkt in een heel clean wit kantoor zonder frutsels.
2. geen drugs meer gebruikend
♢ De junk zei dat hij al weken clean was, maar het urineonderzoek toonde aan dat hij loog.
Woordherkomst
uit het Engels
Gepubliceerd op 13-11-2017
clean
betekenis & definitie