Gepubliceerd op 13-11-2017

circusachtig

betekenis & definitie

circusachtig - Bijvoeglijk naamwoord
1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van circus
Vanaf het circusachtige geschetter van de aanvang werkte de muziek rechtstreeks elektriserend op mijn benen, mijn nekwervels, mijn maagstreek; denken kon ik niet meer; ik wist alleen, dat het veel te vlug voorbijging, dat ik deze klanken twintigmaal achtereen zou moeten beluisteren, al zou ik waarschijnlijk dood zijn tegen dat het helemaal afgelopen was (uit: De Koperentuin van Simon Vestdijk).

Woordherkomst
afgeleid van circus met het achtervoegsel -achtig

Synoniemen
lawaaierig, kleurrijk