chloor - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Cl en atoomnummer 17. Het is een geelgroen halogeen ,dat bij kamertemperatuur gasvormig is
♢ Rode ogen na een middagje zwembad worden veroorzaakt door urine, en niet door chloor, schreef Metro. En inderdaad, uit urine ontstaan chemische, irriterende stofjes. Maar: daarvoor heb je óók chloor nodig. Het eerste deel van de stelling klopt dus, het tweede deel niet. We beoordelen de stelling daarom als half waar.
chloor - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chloren
♢ Ik chloor
2. gebiedende wijs van chloren
♢ chloor!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van chloren
♢ chloor je?
Woordherkomst
Afkomstig van het Griekse χλωρος (chloros), dat is te vertalen als geelgroenig.
Verwante begrippen
E925, chloreren
Gepubliceerd op 13-11-2017
chloor
betekenis & definitie