chameets - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) gegist deeg van een van de vijf graansoorten van het oude Israël, genoemd in de halacha (tarwe, emerkoren, spelt, gerst en tweerijige gerst)
2. (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) voedsel dat gegist deeg bevat (niet-geoorloofd op Pesach)
Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'het gezuurde, gegiste'
Verwante begrippen
bedikat chameets, bitoel chameets, mechirat chameets, Asjkenazisch Hebreeuws: chomeits, Jiddisj: chomets
Gepubliceerd op 19-10-2017
chameets
betekenis & definitie