buitelen - Werkwoord
1. ergatief ergens over de kop heengaan of -rollen
♢ Hij was van de trap gebuiteld.
2. (inerg) over de kop gaan of rollen
♢ Er werd gestoeid en gebuiteld en iedereen had plezier.
3. elkaar verdringen
♢ - De journalisten buitelden over elkaar heen om de beroemde filmster te kunnen spreken.
♢ - Projectontwikkelaars bijvoorbeeld zijn weer helemaal terug. De sfeer in die sector is, na vele magere jaren, plots weer uitstekend en de plannen buitelen over elkaar heen. Op de Provada, de jaarlijkse vastgoedbeurs, steeg het bezoekersaantal vorige week met 6 procent tot een recordhoogte.
Woordherkomst
(freqtt) een onzekere stam met het achtervoegsel -el
Gepubliceerd op 10-11-2017
buitelen
betekenis & definitie